ScubaLife.BE Skills - (Junior) Open Water Scuba Diver 

BINNENWATER

Zwembad : zwemmen

  • OFWEL 100 meter zwemmen zonder masker, snorkel, vinnen of enige andere zwemhulp
  • OFWEL 200 meter vinzwemmen met masker en snorkel; zonder enige andere zwemhulp
  • 10 minuten watertrappelen of drijven zonder hulpmiddelen
  • 15 meter apneu zwemmen
  • 20 seconden stilstaande apneu

Zwembad : duiken

  • Gebruik van masker, snorkel en vinnen
  • Duikmateriaal selecteren, controleren, samenstellen en opbouwen
  • Duikmateriaal aandoen
  • Pre-duik inspectie materiaal + buddy check (uit en in het water)
  • Handsignalen (kennen, herkennen, begrijpen en beantwoorden)
  • Water betreden
  • Masker ontwasemen
  • Masker klaren (gedeeltelijk volgelopen en via afname masker)
  • Snorkel klaren
  • Snorkelvaardigheden
  • Ademautomaat klaren (2 manieren)
  • Wisselen tussen snorkel en automaat met ondergedompeld hoofd
  • Trimvest opblazen en aflaten aan de oppervlakte én op diepte (zowel via inflator als via manueel opblazen)
  • Uitloding
  • 25 meter oppervlakte zwemmen (op snorkel én op automaat)
  • Oppervlakte startduik
  • Afdaling
  • Controle druk in luchthouden holtes (oren, masker)
  • Controle diepte tijdens afdaling met ademhaling en trimvest
  • Controle drijfvermogen op diepte via staande of liggende fin-pivot en/of Buddha houding
  • Mondstuk ademautomaat klaren op diepte (2 manieren)
  • 50 meter onafgebroken onderwaterzwemmen
  • Duikmateriaal (fles met BCD) af- en aandoen op diepte
  • Opstijging
  • Gecontroleerde opstijging met veiligheidsstop op -5 meter
  • Verwijderen uitrusting in water dieper dan 2 meter
  • Water verlaten
  • Materiaal afbouwen en opbergen
  • Materiaalzorg en -onderhoud

 

BUITENWATER

  • Gebruik van masker, snorkel en vinnen
  • Duikmateriaal selecteren, controleren, samenstellen en opbouwen
  • Duikmateriaal aandoen
  • Pre-duik inspectie materiaal + buddy check (uit en in het water)
  • Handsignalen (kennen, herkennen, begrijpen en beantwoorden)
  • Water betreden
  • Masker ontwasemen
  • Masker klaren (gedeeltelijk volgelopen en via afname masker)
  • Snorkel klaren
  • Snorkelvaardigheden
  • Ademautomaat klaren (2 manieren)
  • Wisselen tussen snorkel en automaat met ondergedompeld hoofd
  • Trimvest opblazen en aflaten aan de oppervlakte én op diepte (zowel via inflator als via manueel opblazen)
  • Uitloding
  • 25 meter oppervlakte zwemmen (op snorkel én op automaat)
  • Oppervlakte startduik
  • Afdaling
  • Controle druk in luchthouden holtes (oren, masker)
  • Controle diepte tijdens afdaling met ademhaling en trimvest
  • Controle drijfvermogen op diepte via staande of liggende fin-pivot en/of Buddha houding
  • Mondstuk ademautomaat klaren op diepte (2 manieren)
  • 50 meter onafgebroken onderwaterzwemmen
  • Duikmateriaal (fles met BCD) af- en aandoen op diepte
  • Opstijging
  • Gecontroleerde opstijging met veiligheidsstop op -5 meter
  • Verwijderen uitrusting in water dieper dan 2 meter
  • Water verlaten
  • Materiaal afbouwen en opbergen
  • Materiaalzorg en -onderhoud
  • Briefing
  • Duik plannen : niet decompressieduik tussen 12 en 18 meter maximale diepte
  • Duik plannen : 2 opeenvolgende (minstens) niet decompressieduiken a.h.v. duiktabellen
  • Duik plannen : nultijd berekenen
  • Duiken met minimale impact op de omgeving
  • Eenvoudig onderwaterleven herkennen
  • Eenvoudige compasnavigatie (weg aanwijzen naar vertrekpunt)
  • Noodopstijging met alternatieve luchtvoorziening (zowel als gever en als ontvanger)
  • Redding duiker in nood vanaf 3 meter diepte
  • 50 meter vermoeide duiker slepen/duwen
  • Duiker assistentietechnieken (zelfredzaam en buddyhulp)
  • Debriefing
  • Duik loggen

 

PROEVEN

  • Gecombineerde proef

materiaal opbouwen, te water gaan, snorkel zwemmen, overschakelen op ademautomaat, afdaling, masker ledigen via afname, zonder luchtoefening, opstijgen, water verlaten, materiaal afbouwen

  • Proef met trimvest en tweede ademautomaat

30 seconden neutraal drijfvermogen tussen 2 waters zonder zwembeweging op primaire ademautomaat, overschakelen op secundaire ademautomaat, opstijging op secundaire ademautomaat

  • Equiperen voor rechtopstaande afdaling

tijdens rechtopstaande afdaling gedurende 30 seconden neutraal drijfvermogen aanhouden via trimvest zonder zwembeweging

 

DUIKAPPARATUUR

  • Gebruik meter voor tijdsaanduiding, meter voor diepteaanduiding, duikcomputer, manometer, kompas
  • Gebruik duikvlag / surface marker buoy

 

PROBLEEMVERHELPING

  • Ademautomaat terugvinden (2 manieren)
  • Kramp verhelpen bij buddy (zowel aan de oppervlakte als op diepte)
  • Los- en vastmaken van de inflator aan de oppervlakte en op diepte
  • Loodgordel af- en aandoen op diepte en aan de oppervlakte (veiligheidsprocedure loodafwerping)
  • Opnieuw vastmaken losgekomen flesband
  • Gecontroleerde ademhaling gedurende 1 minuut zonder masker
  • 15 meter onderwaterzwemmen op automaat zonder masker
  • Ademen door een blazende automaat
  • Gebruik alternatieve ademautomaat (als gever en als ontvanger) + buddy zwemmen met alternatieve ademautomaat gedurende minimaal 1 minuut
  • Noodopstijging met buddy als ontvanger en gever van alternatieve ademautomaat

 

EQUIVALENT BIJ ANDERE FEDERATIES

- NBN-EN-14153-2:2003 Part 2 : Level 2 – Autonomous diver.

- ISO 24801-2 : 2007 Part 2 : Level 2 – Autonomous diver.

- CMAS 1* Diver

- CEDIP 1* Diver

- RSTC (PADI, SSI, NAUI, enz) Openwater Diver